alt Waar het de dag tevoren één en al modder was wat de klok sloeg, kregen we vandaag volledig het tegenovergestelde weer voorgeschoteld. De zon stond branderig heet en transformeerde het terrein tot een stoffige woestenij.

Die desolatie hoorden we ook terug bij het Franse, puur instrumentale Year of No Light: zonder twijfel letterlijk één van de zwaarste bands van het festival. De haren in m’n neus trilden er een half uur later nog van. Hun landgenoten Alcest vertoefden in lichtere, romantischere sferen, maar daarom niet minder innemend.

Hoewel de hoofdpodia de eerste uren makjes vulden met het Hollandse Vanderbuyst, Girlschool en Disneyland After Dark werd er met All Shall Perish, Hatebreed en the Walls of Jericho toch ook met een behoorlijk heftig kaliber geschoten. Wie denkt dat er bij female fronted metalbands altijd lieftallige tuttebelletjes in een hoepelrok ronddartelen, heeft duidelijk Candace Kucsulain nog niet bezig gezien. Wat een strot!

Ontdekking van de dag was het Amerikaanse duo Liturgy dat een intrigerende kruisbestuiving bood tussen militaristisch dreunende Industrial en messcherpe black metal. Ze zagen er even kwaadaardig uit als Samson en Gert, maar de muziek zelf mocht er zeker zijn.

De neerslachtige doemdenkers van Forgotten Tomb volgden hen op met een enthousiaste set die er jammer genoeg wel in slaagde om bijna al de bekendere nummers van weleer netjes te omzeilen. Een bizarre zet voor een festivaloptreden.

Enkele wijntjes later –we zaten immers midden in de Muscadetstreek- stond het experiment weer voorop. Vulture Industries bracht een zeer theatrale show, gevolgd door de de voormalige creatieve helft van Emperor: Ihsahn. Hoewel de kloof tussen z’n blackmetaldagen en z’n huidige, eerder progressieve werk immens groot was, leek de synergie op het podium tussen hem en z’n leerlingen van Leprous wel te werken.

Heel anders verging het met het Noorse Arcturus. Ook zij waren nooit om een experimentje meer of minder verlegen, maar de misplaatste vrolijkheid waarmee zanger Simen Hestnaes stond rond te huppelen als een mentaal minder bedeelde kip zonder kop, zorgde ervoor dat de beslissing om Ozzy en z’n vrienden eens een bezoekje te brengen snel gemaakt was.

Wegens de gezondheidsproblemen van Tony Iommi was de oorspronkelijke headliner, de originele Black Sabbathbezetting, vervangen door Ozzy Osbourne die net als vorig jaar toch een veel betere indruk maakte dan bij de vorige Sabbathreünie.

De meest onwaarschijnlijke band op de affiche was zonder discussie  Sunn o))) dat de Valley mocht sluiten. Alsof het lot ermee speelde, hadden de weergoden net dan beslist om de hemelsluizen een laatste keer open te zetten voor de grote apotheose. Deze zondvloed lokte dan ook veel onwetende zielen naar het Amerikaanse dronecollectief dat voor een volgepropte tent speelde. In het begin dan toch… Het minimalistische, oorverdovende gedreun was blijkbaar toch iets meer dan de doorsnee Steel Pantherfan aankon. De durvers onders ons werden daarentegen beloond met een onwerkelijke, haast transcendentale belevenis.

Met een oor dat ondertussen geoefend was in het herkennen van patronen in de  meest alledaagse chaos rondom ons, werden we  aan de uitgang  nog vergast op een audiovisueel vuurspektakel van vlammen die elkaar op industriële wijze ritmisch opvolgden.

De uitdijende tonen van het festivalgewoel stierven daarna langzaam uit op onze terugweg.

Op naar volgend jaar!


alt












Foto’s:

http://luckifer.smugmug.com/Concerts/Hellfest-2012/23744008_8sfgNR

Back to Top