Op een zonnige lentedonderdag zette het Darkviewteam aan voor de lange trip naar Hellfest voor 3 dagen hexagonale herrie. Onze trouwe GPS-gids Doctor Nightmare had ons via een aantal tussenstops aan behekste kerkhoven en mortuaria naar het Franse Clisson, vlakbij Nantes, geloodst. Veilig en wel voorbij allerlei laagvliegende heksen en liftende weerwolven.
Dit eclectische festival groeide na een iets minder goeie start ondertussen uit tot één van de meest gevarieerde en leukste metalfeestjes van Europa. Met maar liefst zes podia bestreek de affiche zowat elk subgenre dat de metalminnende festivalganger zich maar kon voorstellen: van Steel Panther tot Sunn o))) en alles wat daartussen zit. Elk podium droeg telkens een veelbelovende eigen naam zoals The Altar, The Valley of The Temple. Alles bekijken was dus zowaar een titatenwerkje waar Asterix zelf zich amper aan zou durven wagen, maar uw dienaars van Darkview wilden u toch een overzicht geven van wat de duistere zielen onders ons toch niet hadden mogen missen.
Chauvinistisch als de Fransen zijn, lanceerden ze het festival met enkele bands van eigen bodem, waaronder het gitzwarte experimentele blackdoomgezelschap Celeste dat enkele maanden eerder op Roadburn al bewezen had wat het in haar mars had. Hoewel de zon amper haar zenith had bereikt, namen de eigengereide tegenhangers van Watain, Merrimack de toorts daarna onmiddellijk over voor een ijskoude set Satanische black metal.
Het hernieuwde en grotere terrein oogde enerzijds ook prachtig, maar de hogere kaartenverkoop zorgde er tevens voor dat iets uitgeslapenere metalheads serieus zoekwerk hadden om hun tentje ergens neer te poten of hun ijzeren ros weg te stallen. Zonder overdrijven kon je stellen dat het kleine stadje werkelijk overrompeld werd en elke vierkante cm ten volle benut was.
De grotere namen op de 2 mainstages waren nu ook uit hun trailer gekropen en dus brachten oudgedienden van het prettig gestoorde Lizzy Borden en de southern rockers van Molly Hatchet een luchtigere noot na het betere beukwerk van Benediction en de Britse doombeloften Thou.
Een van de eerste hoogtepunten van deze eerste festivaldag was het obscure Zwitserse gezelschap Darkspace dat, voortgestuwd door een onnavolgbare drumcomputer, dwars door hyperspace kruiste met een hypnotische, kosmische versie van black metal.
Brujeria zette ons daarna al rampestampend met beide voeten weer op de grond ergens aan de Mexicaanse grens met de politie op onze hielen. Het bikkelharde Nasum en Cannibal Corpse veranderden de tent vervolgens in een arena waar meer bloed en ledematen in rondvlogen dan in een heel seizoen van Spartacus.
Oer-southern rockers Lynyrd Skynyrd draaiden de klok enkele decennia terug met het lijflied van elke rechtgeaarde rochter “Freebird” en de onvervalste evergreen “Sweet Home Alabama”. Een uurtje later deden de Ierse Dropkick Murphys Saint Patrick’s Day nog eens over op het ander hoofdpodium terwijl de cowboys onder ons hun westernavontuur konden verzetten in ‘The Valley” bij Hank Willams III .
Het vallen van de avond had het festivalterrein ondertussen omgetoverd tot een feeëriek lichtspel met sprookjesachtige kastelen die uiteindelijk toch gewoon nog altijd de bar bleken te zijn en reusachtige bureaulampen waarbij je slechts een kabouter leek.
Het Noorse Satyricon en de aanhoudende regen maakte van dat sprookje toch snel iets veel grimmiger. Met een perfecte balans tussen donker geraas en pakkende riffs is dit duo al jaren de ideale overgangsbrug tussen de mainstream en de ware underground. Zonder de minste moeite wist frontman Satyr het publiek voor zich te winnen met een keur aan nummers die alle hoogtepunten uit hun carrière naar boven haalde.
Aan het hoofdpodium was de gehele wei toegestroomd voor Dave Mustaine en Megadeth die naar onze mening toch maar een behoorlijk matige set speelde. Geef ons dan maar de horrorkoning der kitsh King Diamond die een verbluffende performance gaf met alle toeters en bellen erop en eraan.
Voor wie het toch wat harder mocht, kon z’n hart ophalen aan de Floridiaanse veteranen Obituary die met hun ongecompliceerde, doch uiterst effectieve doodsmetaal de hele tent platbeukte zodat Amon Amarth zonder problemen kon aanmeren met haar drakkars.
Voor ons was de tijd aangebroken om moe maar voldaan terug te keren naar onze hotelkamer. Op naar dag twee!
Foto’s:
http://luckifer.smugmug.com/Concerts/Hellfest-2012/23744008_8sfgNR